'Schilderen is een deel van mijn identiteit'
Bas Krommenhoek (1966) is ooit in therapie begonnen met schilderen en doet dat nu, twaalf jaar later, nog steeds. Hij is blij met de erkenning die hij krijgt door verkoop van zijn werk, maar schildert vooral omdat hij zich er losser en meer ontspannen van gaat voelen. 'Het schilderen is voor mij een stuk zingeving, om te uiten wat ik allemaal meegemaakt heb.'
Ik schilder sinds een jaar of twaalf. Ik ben ermee begonnen tijdens therapie en ik vond het leuk om te doen. Ik heb eerst twee keer al mijn katten geschilderd, en toen de eerste drie daarvan verkocht werden ben ik op aanraden van mijn casemanager naar De Opstap gegaan. Dat is een project voor beeldende kunst voor mensen met een psychiatrische aandoening. Na anderhalf jaar bij De Opstap heb ik de vooropleiding van de Rietveld gedaan, en daarna ben ik begonnen aan de opleiding voor autodidacte kunstenaars. In de tussentijd had ik al veel werk gemaakt en ook regelmatig verkocht, waardoor ik me erg gestimuleerd voelde. De kunstuitleen van Mentrum, Beeldend Gesproken, heeft me ook erg gestimuleerd, ook door mijn werk te verkopen.
Het geeft me het gevoel dat ik wat kan
Het schilderen is voor mij een stuk zingeving, om te uiten wat ik allemaal meegemaakt heb. Het is heel belangrijk voor me, het is een deel van mijn identiteit. Ik voel me echt kunstenaar. Ik merk ook dat ik me beter voel als ik schilder, dat ik dan een beetje los kan komen. Het ontspant heel erg en ik voel me helemaal in mijn element. Het lijkt wel op het gevoel dat je bij het sporten krijgt. Het geeft me het gevoel dat ik wat kan.
Wat ook erg helpt is de erkenning die ik krijg. Een paar jaar terug heb ik geteld dat ik iets meer dan honderd schilderijen gemaakt had, waarvan de helft al verkocht was. Dat is best goed. Ik heb nu drie kunstuitlenen en die hebben bij elkaar tientallen werken van mij in de collectie. Daar ben ik heel blij mee, dat geeft me gevoel van eigenwaarde.
Dat gevoel van eigenwaarde komt ook doordat ik helemaal mijn eigen ding doe als ik schilder. Dat is een belangrijk verschil met creatieve therapie, omdat je bij therapie afhankelijk bent van een hulpverlener. Ik heb een atelier aan huis en daardoor heb ik veel meer het gevoel dat ik professioneel bezig ben.
Schilderen is gewoon mijn vak
Ik heb ook wel gebeeldhouwd en doe nog af en toe toneel. Bij beeldhouwen kreeg ik wel hetzelfde gevoel als bij schilderen, maar ik ben daar op een gegeven moment mee opgehouden omdat het zoveel troep gaf. En toneel is gewoon heel anders omdat je met andere mensen samenwerkt. Ik zou makkelijk zonder toneel kunnen, maar niet zonder schilderen. Schilderen is gewoon mijn vak.
Ik heb het er weleens moeilijk mee als ik word afgewezen door een galerie. Van schilderen kun je niet leven en je mag blij zijn als je dingen verkoopt. Soms loop ik er ook in vast, vooral als ik een opdracht heb. Daar ga ik vaak tegenaan zitten hikken. Zo had ik een tijdje terug een opdracht om vier stadsgezichten te schilderen waar ik uiteindelijk een jaar over gedaan heb. Zo'n 'schilders block' werkt niet echt door in de rest van mijn leven, eerder andersom. Als het niet goed met me gaat ga ik ook niet meer schilderen. Als ik ga schilderen is dat meestal een teken dat het goed gaat.
In het begin was het puur een activiteit
Op een gegeven moment ben ik heel goed gaan nadenken over waarom ik schilder, wat ik schilder, en wat ik ermee wil bereiken. Daar heb ik echt een paar jaar over nagedacht. In het begin was het puur een activiteit, tegenwoordig maak ik meestal dingen die ergens over gaan, die een boodschap hebben. Vaak gaat het over religie of oorlog, maar ik schilder ook modellen en katten. De laatste jaren ben ik vooral bezig met portretten.
Ik ben in november opgenomen geweest en daar heb ik ook creatieve therapie gehad, dat was wel raar. Je bent al geschoold en je hebt al ervaring en dan word je door een creatieve therapeut toch uitgedaagd om iets nieuws te verzinnen.
Je moet het in de eerste plaats voor jezelf doen
Ik zou anderen zeker aanraden om te gaan schilderen. Mij heeft het heel erg geholpen. Ik denk wel dat je op moet passen om niet gefrustreerd te raken dat je niks verkoopt. Heel veel mensen verkopen nauwelijks werk. Je moet gewoon proberen je eigen ding te doen. Je moet het altijd in de eerste plaats voor jezelf doen en later pas voor de verkoop.
Ook moet je een beetje kritisch zijn op je familie. Heel veel kunstenaars worden door hun familie de hemel in geprezen. Dat is leuk, maar je moet wel oppassen dat je er niet door over het paard getild wordt. Het is belangrijk om erkenning te krijgen, maar vooral van buitenstaanders, zoals galeriehouders of klanten die je werk kopen. Dat zegt veel meer.
Bas Krommenhoek